Wat is PDD-NOS? 

PDD-NOS is een afkorting van de engelse naam Pervasive Developmental Disorder - Not Otherwise Specified.

Dit betekend dat PDD-NOS valt onder de pervasieve ontwikkelingsstoornissen valt tegenwoordig word dit ook wel het autismespectrum genoemd. (ASS)

Een pervasieve betekend in het latijn doordringen.

Iemand met PDD-NOS heeft dezelfde kenmerken als iemand met autisme alleen niet genoeg om die diagnose te krijgen.

Er word daarom wel gezegd dat iemand met PDD-NOS in een restcategorie valt.

 

 

Sociaal onhandig: Bij mensen met PDD-NOS ontwikkelen het sociale begrip en de sociale intuïtie zich erg moeilijk.

Ze vinden het moeilijk om sociale situaties in te schatten en zich aan te passen aan de omstandigheden.

Dat maakt hen vaak onzeker en angstig.

Om deze angst te voorkomen houden zij zich graag vast aan bekende patronen en regels.

Maar dit betekend niet dat kinderen met PDD-NOS geen behoefte hebben aan contact.

Voor mensen met PDD-NOS is het heel erg moeilijk om vriendschappen te sluiten en te onderhouden.

Mensen met PDD-NOS ervaren het omgaan met anderen als een sociale druk.

Daarom staan ze liever niet in de belangstelling.

Hierdoor zijn ze vaak ook alleen en/of teruggetrokken.

Mensen met PDD-NOS worden daarom ook wel sociaal onhandig genoemd.

 

Regels en structuur: 

Voor mensen met PDD-NOS zijn regels en structuur heel erg belangrijk.

Als er zomaar iets veranderd kunnen mensen met PDD-NOS boos worden of dichtklappen.

Dit komt doordat mensen met PDD-NOS niet zo makkelijk kunnen omschakelen met hun hersenen.

Vaak word een verandering niet begrepen.

Het beste wat je kunt doen is het rustig aan de persoon uitleggen wat er gaat veranderen en waarom.

Vertel wat er precies gaat gebeuren zover je dat zelf weet en vertel wat voor rol de persoon daarin heeft.

Hetzelfde geld voor het stellen van open vragen. Als je een open vraag stelt dan zit er voor iemand met PDD-NOS geen structuur in.

Diegene weet dan niet welke kant je op wil met een vraag en kan dan ook boos worden of juist dichtklappen.

Dus als je een open vraag stelt zorg dan dat je ook een aantal voorbeelden noemt zodat diegene daar uit kan kiezen.

Dit geeft voor iemand met PDD-NOS meer rust in z`n hoofd.

Non verbale signalen: Mensen met PDD-NOS begrijpen non verbale signalen niet.

Zoals boos of waarschuwend kijken.

En zelf kunnen ze die non verbale vaardigheden niet gebruiken.

Iemand met PDD-NOS kan bijvoorbeeld heel erg boos zijn terwijl je in het gezicht toch een lach ziet.

Je moet er dus niet van uit gaan bij iemand met PDD-NOS dat het goed gaat omdat diegene er goed uitziet.

Want ondertussen kan iemand met PDD-NOS wel heel erg verdrietig zijn.

Maar dat zie je dan niet aan de buitenkant.

Bijkomende problemen bij PDD-NOS: 

Zintuigelijke verwerking:                                     Veel mensen met PDD-NOS verwerken zintuigelijke prikkels op een afwijkende manier.

                                                                               Dit betekend dat mensen met PDD-NOS of overgevoelig zijn voor die prikkels of die prikkels juist                                                                                        zwak aan te voelen. Dit kan voor problemen zorgen denk bijvoorbeeld aan het instellen van badwater. 

Spraak -en taal problemen:                                 Bij mensen met PDD-NOS is er vaak een afwijkende spraakontwikkeling. Vaak komt de spraak ook                                                                                      laat op gang. Meestal word taal door hen letterlijk genomen. 

Motoriek:                                                              Veel mensen met PDD-NOS bewegen zich houterig. Op jonge leeftijd word vaak ook gezien dat                                                                                             kinderen op de tenen lopen en/of met de armen fladderen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb